fbpx
uniemerkenverordening

Uniemerkenverordening

Wat is de Uniemerkenverordening?

De Uniemerkenverordening is een verordening van de Europese Unie die de regels en procedures vastlegt voor de registratie, bescherming en handhaving van Uniemerken. Deze verordening is van kracht sinds 23 maart 2016 en vervangt de eerdere Gemeenschapsmerkenverordening.

De Uniemerkenverordening regelt onder meer de volgende aspecten:

  1. De vereisten voor de registratie van een Uniemerk, inclusief de classificatie van de waren en diensten die het merk zal beschermen.

  2. De beschermingsomvang van een Uniemerk en de rechten van de merkhouder, waaronder het recht om op te treden tegen inbreukmakende merken en handelingen.

  3. De procedures voor oppositie, annulering en nietigheid van een Uniemerk.

  4. De verlengingsprocedures en de kosten voor het behouden van de registratie van een Uniemerk.

  5. De samenwerking tussen de nationale merkenbureaus van de EU-lidstaten en het Europees merkenbureau bij de registratie en handhaving van Uniemerken.

De Uniemerkenverordening heeft tot doel een uniforme en geharmoniseerde merkenbescherming te bieden in de hele Europese Unie. Het biedt merkhouders een efficiënte en kosteneffectieve manier om hun merk te beschermen en te handhaven in alle 27 lidstaten van de EU.

Wat staat er in artikel 9 van de uniemerkenverordening?

Artikel 9 van de Uniemerkenverordening (EU) 2017/1001 bevat de regels met betrekking tot de rechten van de merkhouder van een Uniemerk en de bescherming van het Uniemerk tegen inbreuk. Het artikel luidt als volgt:

“1. De houder van een Uniemerk heeft het recht om iedere derde die zonder zijn toestemming een teken gebruikt dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk, in het economisch verkeer voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten als die waarvoor het merk is ingeschreven, en daardoor bij het publiek verwarring kan ontstaan, het gebruik van dat teken te verbieden.

  1. Het in lid 1 bedoelde recht is niet van toepassing op een teken wanneer het gebruik daarvan:

(a) krachtens het Unierecht of het recht van de lidstaten is voorgeschreven;

(b) noodzakelijk is om in het economisch verkeer gebruik te kunnen maken van een aanduiding van de soort, de hoedanigheid, de hoeveelheid, de bestemming, de waarde, de geografische oorsprong of de tijd van vervaardiging van de waren of de verrichte dienst, of van andere kenmerken van de waren of diensten;

(c) bestaat uit het gebruik van het merk voor tweedehands goederen die zijn doorverkocht onder deze aanduiding;

(d) wordt gebruikt om waren of diensten te beschrijven als bedoeld in artikel 19;

(e) is gemaakt van de naam of de afbeelding van een persoon die met toestemming van deze persoon is ingeschreven als Uniemerk;

(f) is gemaakt van de naam of afbeelding van de waren of diensten van een derde;

(g) rechtmatig verworven is door het gebruik in het economisch verkeer van het teken.”

In feite betekent dit dat de houder van een Uniemerk het exclusieve recht heeft om het merk te gebruiken in het economisch verkeer voor de waren of diensten waarvoor het merk is geregistreerd. Elke derde partij die een teken gebruikt dat identiek is aan of lijkt op het merk, voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten, kan worden verboden dit te doen als dit tot verwarring bij het publiek zou kunnen leiden. Artikel 9 bevat echter ook enkele uitzonderingen op dit recht, zoals het gebruik van beschrijvende termen en de verkoop van tweedehands goederen.

uniemerkenverordening procedure